Door Robert van Voren
Er zijn nog twee maanden voor het Nederlandse referendum over het Associatieverdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie. Nog twee maanden voordat de Nederlandse bevolking aan de stembus gaat om te stemmen op een zeer gedetailleerd verdrag dat zo lang, uitvoerig en ingewikkeld is dat weinigen daadwerkelijk zullen weten waar ze precies op gaan stemmen. In plaats daarvan, gebruikt het nee-kamp elk mogelijk argument om te laten zien dat “Nee” de juiste keuze is. “Nee” betekent het stemmen tegen Brussels toegenomen macht; “nee” betekent het stemmen tegen het beleid, vervreemd van de gewone man op straat; “nee” betekent het stemmen tegen globalisatie en multinationals; en niet in de laatste plaats betekent “nee” geen vluchtelingen meer, niet meer Islam in West-Europe, nee tegen de Nederlanders die niet meer de echte “eigenaars” zijn van Nederland.
Zo, waar is Oekraïne? Vreemd genoeg, er zijn erg weinig argumenten te horen met betrekking tot Oekraïne die werkelijk in de dagelijkse Oekraïense realiteit geworteld zijn. Ja, we krijgen te horen dat er extreme rechtse politici in Oekraïne aan de macht zijn en dat een sterk neofascisme aanwezig is. Toch weten we ook dat het niks meer is dan het herkauwen van Moskou-propaganda en dat West-Europa daadwerkelijk een neofascistische politieke beweging heeft, die veel groter is dan die in Oekraïne (laat staan het feit dat de grootste fascistische beweging bestaat in Rusland).
Ja, wij horen dat Oekraïne corrupt is, de economie een puinhoop is en het zou de Europese Unie enorme bedragen geld kosten. Maar we krijgen niet te horen dat Oekraïne, het grootste land in Europa, een geweldig economisch potentieel heeft, een immense markt voor het Europese bedrijfsleven is en dat het in feite een wonder is dat – ondanks twee jaren van oorlog en economische blokkade door Moskou – het land nog altijd functioneert en de inflatie nog geen vreselijke hoogte heeft bereikt.
Ook horen wij sommige Nederlandse politici stellen dat zeker niet alle Oekraïners dit associatieverdrag willen en dat voor de bevolking van de zogenoemd Volksrepublieken Donetsk en Loehansk (kortom, “DNR” en “LNR”) zo’n verdrag een ramp zou betekenen en ze nog verder in de greep van Moskou zou duwen. Ze beweren dat ze met veel Oekraïners hebben gesproken, bijvoorbeeld, als OVSE waarnemer, en dat hun meningen dus op pure feiten zijn gestoeld.
Ik durf dit te betwisten. Bovendien, ben ik van mening dat dit standpunt behoorlijk schandalig is en ik ga uitleggen waarom.
Overal in de voormalige Sovjet-Unie, zelfs in de Centraal-Europese landen die nu deel van de EU uitmaken, twijfelen velen van de oude generatie over de Europese Unie. Dit gevoel berust niet op feiten. Die houding is gebaseerd op het feit dat zij, als burgers van oud-totalitaire staten, hun maximale niveau van verandering hebben bereikt. Het leven in een vrije markteconomie en parlementaire democratie is voor hen te ingewikkeld, biedt teveel keuzemogelijkheden en heeft van hen een soort vreemdelingen in eigen land gemaakt. Dus gewoon uit nostalgie beweren ze dat het leven onder het communisme beter was. Ze vergeten de lege winkels makkelijk, net als de onmenselijkheid van het systeem van toen, waar ze een radertje in een machine waren en hun leven of dood de grote bazen niet kon schelen. Ze hebben maar deze fata morgana waar ze aan vasthouden, alleen maar omdat het heden te eng en te moeilijk is. Daar is niets tegen te doen: ze hebben hun plafond bereikt en tijd is de enige dokter. De oudere generaties moeten geleidelijk verdwijnen en plaatsmaken voor de jongere, postcommunistische generatie.
In Oekraïne het is niet anders. Na 70 jaar van communisme en 25 jaar leven in een amorfe toestand die het beste als een “zeer stabiele instabiliteit” beschreven kan worden, is het zeer moeilijk voor hen om zich aan de nieuwe realiteit aan te passen. Men kan ze hier de schuld niet voor geven. Toch, als een westerse politicus, zou je de hersenen moeten hebben om het cruciale feit van leven na een totalitair regime in dit deel van de wereld te begrijpen.
Wat ik veel erger vind is het idee dat de bevolking van de zogenoemd volksrepublieken in de greep van Moskou geduwd zou worden, als Nederland “ja” zou stemmen. Uit dit argument volgt dat degenen, die deze mening delen, geen flauw idee hebben van het leven in die regio’s. Ik heb vele vrienden wie op hun beurt familie en vrienden in die zogenoemde afvallige provincies hebben – en de verhalen zijn hartverscheurend, het ene na het andere. In feite wonen twee miljoen Oekraïense burgers in bezette gebieden, gekweld door een bende misdadigers en boeven die aan de macht zijn, die hun bolwerk alleen kunnen houden dankzij de voortdurende militaire steun van de Russische leiders. We horen verhalen van wetteloosheid, verkrachtingen en plunderingen, mishandeling van gevangenen, illegale confiscaties en het leven dat steeds moeilijker wordt vanwege tekort aan voedsel, medicijnen en andere levensbehoeften. Sommige zeggen: nou ja, het is hun eigen schuld, ze hebben toch op afscheiding gestemd. Misschien is het zo, maar in de door gewapende plaatselijke bendes en de rovende Kadyrovtsy bezette regio’s, hebben velen, onder de invloed van intense propaganda, gestemd zonder de gevolgen te begrijpen. Hadden ze een keuze? En was de uitslag echt of was die voorgekookt, net als op de Krim, waar maar liefst 123% van de inwoners van Simferopol hebben gestemd voor de aansluiting bij de Russische Federatie?
Stelt u eens voor Nederland in 1942. Het land is door de Nazi’s bezet, maar het leven is nog steeds draaglijk en de joden worden nog niet naar Auschwitz en andere vernietigingskampen gestuurd, hun dood tegemoet. In de tussentijd wordt er aardig gehandeld met de Duitsers en alles gaat zijn gangetje. Reichskommissar Seys-Inquart organiseert een referendum over de aansluiting bij het Duitse Rijk. Wat denk jij dat de uitslag zou zijn geweest? En wat zou er zijn gebeurd hadden de geallieerden, Churchill en Eisenhower, gezegd tegen de Nederlandse regering in ballingschap: “Luister eens, jongens, jullie bevolking lijkt er positief tegenover te staan, dus we zullen niets doen wat hen verder in de greep van Berlijn zou kunnen duwen.”
Onzin? Dat lijkt me niet. De Nederlanders zouden vóór hebben gestemd, alleen door het onuitblusbare verlangen om te overleven. Men is toegeeflijk en de meeste mensen zouden willen meegaan – bijna tegen welke prijs dan ook. Dus veroordeel niet de bevolking van de zogenoemde “DNR” en “LNR” en vertel geen sprookjes over het associatieverdrag met de EU, dat ze in de greep van Poetin zou duwen. Als er een deel van de Oekraïense bevolking is dat hoop op een betere toekomst nodig heeft, is zij het. Ze hebben al ervaren wat het leven met Poetin is; ze betalen de prijs voor hun verkeerde keuze – en ze doen dat elke dag. Voor hen biedt het associatieverdrag met de Europese Unie een sprankje hoop, een reden om vol te houden en te hopen dat de nachtmerrie ooit voorbij zal gaan.
Is het niet paradoxaal dat de burgers van een van de rijkste landen ter wereld, dat na de Tweede Wereldoorlog uit zijn as herrees dankzij de aanhoudende steun van de geallieerden, nu achterover leunen en andere mensen een betere toekomst ontzeggen, puur vanwege hun eigen egocentrische behoeftes. Het is niet alleen paradoxaal maar ook erbarmelijk.
En ik, als ooggetuige en deelnemer van de geboorte (in 1991) en wedergeboorte (in 2014) van de Oekraïense staat, vind het ook zeer verachtelijk.