Een statement van de Ambassade van Oekraine in Nederland betreffende de beslissing om een consultatief referendum te houden over de ratificatie van het Associatieverdrag tussen Oekraine en de Europese Unie
We zouden niet eerlijk zijn als we vertelden dat het feit dat de ratificatie van het Associatieverdrag tussen Oekraine en de EU een doelwit werd van een campagne om een consultatief referendum in Nederland te houden, geen teleurstelling was, alsook voor vele Oekrainers die al geruime tijd op de ontwikkeling van diepere banden met Europa blijven hopen.
Echter, we stellen het op prijs dat de Nederlanders een publieke democratische discussie door middel van een referendum willen initieren en zien onze rol in het delen van de informatie die we hebben over de voordelen van het Associatieverdrag niet alleen voor Oekraine, maar ook voor de EU en Nederland, zodat het publiek een weloverwogen beslissing kan maken.
Dit omvat ook het corrigeren van een aantal onjuiste beweringen over het Verdrag, die tot een onjuiste beeldvorming erover kan leiden, en die niet in de tekst van het Verdrag terug te vinden zijn.
Om als voorbeeld te noemen, de bewering dat het Verdrag een teken is van de uitbreiding van de Europese Unie en dat het garant staat voor het Oekraiense lidmaatschap. Deze bewering is onjuist, niet alleen omdat in het Verdrag niet over een mogelijk lidmaatschap van Oekraine wordt gesproken, maar ook omdat er geen verband bestaat tussen de Associatie en de toetreding tot de EU. Er zijn meerdere voorbeelden van verschillende landen op de wereld, die een Associatieverdrag met de EU hebben, maar geen leden van de EU zijn.
In plaats daarvan, krijgen de betreffende partijen dankzij het Verdrag de mogelijkheid om samen te werken voor het wederzijdse voordeel op meerdere gebieden, zoals politieke dialoog, rechtstaat, steun van mensenrechten, strijd tegen de criminaliteit en corruptie, strijd tegen terrorisme, vrije markt voor de verkoop van goederen en diensten, energie, milieu, transport, wetenschap en technologie, industrie en ondernemingsbeleid en vele andere.
Een ander voorbeeld is de bewering dat het Verdrag de Europese Unie verplicht om de financiele steun aan Oekraine drastisch te verhogen, zodat er meer financiele lasten aan de Lidstaten worden opgelegd. Er staat geen enkele vermelding van deze plicht in het Verdrag. Daarnaast krijgt Oekraine al geruime tijd financiele steun van de EU door middel van enkele speciaal ervoor opgerichte programma’s die totaal ongerelateerd zijn aan de ondertekening van het Verdrag.
In plaats daarvan, krijgt de EU door middel van het Verdrag juist meer instrumenten om de financiele steun, die Oekraine al krijgt, te begeleiden en te controleren. Daarnaast krijgt Oekraine de mogelijkeheid om deel te nemen aan de door de EU opgerichte programma’s en agentschappen, waardoor het zelfs een financiele bijdrage zal leveren aan het Europese budget.
Weer een andere bewering is dat het Verdrag het mogelijk maakt voor Oekrainse burgers om zonder visa naar Europa te komen voor een onbeperkte tijd en in Europa te kunnen werken. Deze bewering is onjuist, omdat het Verdrag alleen zegt: “De partijen blijven geleidelijk evolueren in de richting van een op termijn visumvrije regeling, mits aan alle voorwaarden voor een goed beheerde en veilige mobiliteit wordt voldaan, zoals bepaald in het uit twee fasen bestaande actieplan voor visumliberalisering dat tijdens de top tussen de EU en Oekraïne op 22 november 2010 werd gepresenteerd.” Daarnaast vindt de dialoog over de mogelijkheid tot visumvrij reizen tussen Oekraine en de EU al geruime tijd plaats en benoemt het op geen enkele wijze de mogelijkheid tot een onbeperkt verblijf en vrije arbeid voor Oekrainers.
In plaats daarvan zullen Oekrainers op den duur de mogelijkheid krijgen om met minder bureaucratie door Europa te kunnen reizen en op deze manier de geschiedenis en cultuur van hun buren beter te leren kennen, van hun ervaringen te kunnen leren en ideeen met elkaar te kunnen uitwisselen. Net zoals de Europese burgers de mogelijkheid hebben om Oekraine te bezoeken, zoals ze dat al hebben kunnen doen sinds Oekraine de visa-eisen voor de Europese lidstaten in 2005 heeft afgeschaft.
Nog een foutieve bewering is dat het Verdrag tot geopolitieke instabilitieit zal leiden, omdat het Verdrag geen enkele derde partij benoemt. Daarmee kan er nooit worden beweerd dat het Verdrag zich tegen bepaalde derde partijen uitspreekt of verzet.
Wat het Verdrag echt representeert, is een pro-democratische, pro-rechtstaat, pro-vrijheid en pro-ontwikkeling gerichte levenskeuze van 40+ miljoen sterke Europese natie. En als dit Verdrag door de derde partijen anders wordt opgevat, moet er zich worden afgevraagd of hier echt het Verdrag het probleem is.
In plaats daarvan zullen de partijen de mogelijkheid krijgen om samen te werken en in de hechte samenwerking de plaatselijke en globale hedendagse uitdagingen aan te gaan, en op deze manier de stabiliteit en veiligheid in Europa te waarborgen door een sterk, democratisch, progressief en onafhankelijk Oekraine op te bouwen, vanuit het opbloeien en de samenwerking waarmee de EU en Nederland alleen maar baat kunnen hebben.